Muyters eist opheldering van WADA

Vlaams minister van Sport Philippe Muyters vraagt aan WADA dringend opheldering over de zware beschuldigingen die vandaag in Het Nieuwsblad geuit worden. In de krant wordt gesteld dat WADA al lang op de hoogte was van details over de dopingproblematiek in Rusland, maar verzuimde om in te grijpen. “Onbegrijpelijk en onaanvaardbaar”, aldus minister Muyters.

In Het Nieuwsblad van 7 juni 2016 wordt melding gemaakt van een ontmoeting in januari 2014 tussen de toenmalige directeur van het Russische dopinglab, Grigory Rodchenkov, en Olivier Rabin, de Science Director van het World Anti Doping Agency WADA. Rodchenkov zou daarbij al duidelijke aanwijzingen hebben gegeven over inmenging van buitenaf in het doen en laten van het dopinglab. Vervolgens zou WADA met die informatie veel te weinig hebben gedaan om het Russische dopingbedrog tegen te gaan. In een reactie liet WADA al weten dat ze destijds de informatie als ‘onbetrouwbaar en te anekdotisch’ hebben ingeschat.

Maar die uitleg volstaat niet voor Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, die namens de Europese Unie afgevaardigd is in de hoogste bestuursorganen van het WADA. “Als de inhoud van het artikel volledig correct is, vind ik de manier waarop WADA is omgesprongen met de informatie van de directeur van het Russische dopinglabo onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Ik neem de bescherming van eerlijke sport en eerlijke sporters serieus en aanvaard niet dat de internationale dopingbestrijder op deze manier steken zou laten vallen. En al zeker niet als de informatie komt van iemand met het profiel als dat van Grigory Radchenkov,” zegt minister Muyters. “Ik heb daarom een mail gestuurd naar David Howman, de directeur van WADA, om dringend opheldering te krijgen over deze zaak. Ik wil weten wie op welk ogenblik over welke informatie beschikte en hoe het mogelijk is dat die deze informatie niet tot enige actie bij WADA heeft geleid. Dat is mijn taak als bestuurder van WADA. Ik kan niet aanvaarden dat dé referentie-instelling in dopingbestrijding op deze manier haar geloofwaardigheid, haar draagvlak én haar slagkracht op het spel zou zetten.”