Meer impact met nieuw innovatiebeleid

Door Philippe Muyters op 22 juli 2015, over deze onderwerpen: Innovatie

De Vlaamse Regering schaarde zich afgelopen vrijdag achter de visie van Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters op het ondernemersgedreven clusterbeleid. Na de eerdere goedkeuring van de hervorming van de grote agentschappen in het innovatielandschap, wordt nu ook ingezet op versterken van strategische samenwerkingsverbanden tussen bedrijven. Ondermeer dankzij strengere selectie, een grotere financiële inbreng vanuit het bedrijfsleven en het initiatief van op het terrein zelf, moet de economische impact van innovatie de komende jaren gevoelig stijgen.

Internationaal geslaagde innovaties hebben meestal één gemeenschappelijk punt: ze vertrekken vanuit een interdisciplinair model. Bedrijven die kennis delen en samenwerken met kennisinstellingen spreiden niet alleen het risico, maar bereiken vaak ook mooiere resultaten. Vandaag zijn er, ook in Vlaanderen, al mooie voorbeelden van dit soort samenwerkingsverbanden, maar minister Muyters wil hier nog meer op inzetten. In een conceptnota, die gedragen werd door de hele regering, zet hij zijn visie uiteen.

De kern van die visie ligt in het initiatief van op het terrein zelf. “Als je wil dat innovatie ook effecten heeft op het terrein, moeten de bedrijven ook zelf echt vragende partij zijn en de meerwaarde inzien. Zo vermijd je dat middelen verspild worden en men eigenlijk ergens instapt vanuit de gedachte: baat het niet, het schaadt ook niet. Als we de rapporten Soete en de impact van bestaande initiatieven bekijken, ligt de kern in dat punt”, zegt Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters.
Voortaan zullen voorstellen (vanuit bedrijfsleven/kennisinstellingen) ingediend kunnen worden én zal er een minimale private financiering van 50% moeten zijn vóór een clusterorganisatie ondersteund kan worden door de Vlaamse overheid. De clusters moeten bedrijven en kennisinstellingen samenbrengen, projecten opstarten en een internationale dimensie toevoegen.

In grote lijnen zullen er 2 soorten clusters ontstaan: de speerpuntclusters en de innovatieve bedrijfsnetwerken. De speerpuntclusters omvatten de grote innovatieve domeinen, die in de toekomst economisch het verschil kunnen en zullen maken, zowel naar werkgelegenheid als naar toegevoegde waarde. Voor de selectie van die clusters kan men zich baseren op de studies van onder andere de VRWI. De speerpuntclusters zullen vanuit de overheid ondersteund worden voor een periode van 10 jaar. Een vast aantal is er niet, maar het spreekt voor zich dat de selectie voor de speerpunten streng moet zijn.
Daarnaast zullen een aantal (kleinere) innovatieve bedrijfsnetwerken ontstaan. De filosofie is dezelfde als bij de speerpunten, alleen gaat het in deze gevallen over toekomstig potentieel, opkomende markten of bijvoorbeeld een aantal kleinere initiatieven die zich bundelen. Zij kunnen voor een periode van 3 jaar rekenen op 50% financiering vanuit de overheid.

Beide soorten clusterorganisaties zullen op zich vrij klein zijn. Hun rol is het samenbrengen van spelers en op zoek gaan naar interessante samenwerkingsopportuniteiten, ontwikkelingen en internationale linken. De clusterorganisaties kunnen projecten indienen en activiteiten organiseren, die dan op hun beurt kunnen rekenen op steun vanuit de Vlaamse overheid.

Vlaanderen heeft vandaag al een groot aantal intermediairs, tussenstructuren en andere actoren op het vlak van innovatie. Een vereenvoudiging en stroomlijning is dan ook op zijn plaats en een uitdrukkelijk doel van de regering. “Niet alles wat vandaag bestaat gaat dus op de schop”, benadrukt minister Muyters. “Iedereen krijgt de kans om zijn plek te vinden in ons vernieuwde beleid en waardevolle projecten in te dienen. Er zijn vandaag al initiatieven die elke dag succesvol op deze manier werken. Vlaanderen heeft ook de enorme troef van nabijheid: bij ons moet je als bedrijf geen 600 kilometer afleggen om toponderzoekers te vinden en omgekeerd. We kunnen die troeven internationaal uitspelen als we bereid zijn om intensief samen te werken en kennis te delen.” De conceptnota wordt in de komende maanden omgezet in wetgeving, met als bedoeling om operationeel te zijn tegen einde 2016 of begin 2017.

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is