Maak deelstaten financieel verantwoordelijk

Door Philippe Muyters op 9 februari 2010, over deze onderwerpen: Belastingen, Federale begroting, Vlaamse begroting

De grote staatsschuld en de druk van de vergrijzing maken het de federale minister van Begroting niet gemakkelijk. Zijn Vlaamse collega Philippe Muyters (N-VA) doet een voorstel: misschien moeten de deelstaten helpen, niet eenmalig, maar dankzij een overheveling van bevoegdheden.

Federaal begrotingsminister Guy Vanhengel (Open VLD) presteerde het zaterdag in De Tijd om te verkondigen dat Vlaanderen inzake begroting 'de weg van de minste weerstand' kiest. Het is bijzonder cynisch dat hij zo de best presterende leerling van de klas schoffeert om de aandacht af te leiden van het eigen falen. De waarheid heeft immers ook haar rechten: de deelstaten leveren, dankzij de Vlaamse regering, een grotere inspanning dan wat de Hoge Raad van Financiën (HRF) voorschrijft, de federale overheid levert een kleinere inspanning dan wat de HRF voorschrijft. We kunnen daar nog veel politieke spelletjes mee spelen, maar dat helpt de mensen geen stap vooruit. Laat ons het dus liever hebben over de essentie: de broodnodige sanering van de publieke financiën met het oog op de gigantische staatsschuld en de enorme vergrijzingskosten die op ons afkomen. Als je dit structureel wilt aanpakken, is fiscale autonomie voor de deelstaten de enig mogelijke oplossing. Geen autonomie om de autonomie, maar wel met het oog op financiële responsabilisering.

Met de huidige bevoegdheidsverdeling in dit land is het de federale overheid die het gros van de vergrijzingskosten moet opvangen. Hierop anticiperend hadden de federale regeringen van het afgelopen decennium een spaarpot moeten aanleggen via een versnelde afbouw van de schuld van de federale overheid. Dat is niet gebeurd. De begrotingsoverschotten van Vlaanderen waren zelfs een alibi om nog minder te moeten sparen. Daarom is en blijft het een verkeerde politiek om, nu onder het mom van samenwerkingsfederalisme, het noodzakelijke sparen door de federale overheid te verplaatsen naar de andere overheden. Net zoals het fout is om het fundamentele debat van de financiering van de deelstaten onder de graszoden te blijven stoppen.

Chequeboekfederalisme

Vandaag zijn de deelstaten immers maar beperkt verantwoordelijk voor hun uitgaven. Slechts 20 procent van hun middelen is afkomstig van regionale belastingen, de rest wordt gefinancierd met dotaties van de federale overheid. Door dat chequeboekfederalisme dragen de deelstaten nauwelijks verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het beleid dat ze zelf voeren op een aantal terreinen. Als een deelstaat bijvoorbeeld slecht presteert op het vlak van onderwijs en vorming, dan heeft dat nefaste effecten op de jeugdwerkloosheid. De kosten daarvan worden echter afgewenteld op de federale overheid en dus ook op de inwoners van de andere deelstaat. En omgekeerd geldt hetzelfde: een deelstaat die fors investeert in een ondernemingsvriendelijk klimaat en zo meer jobs creëert, wordt daar niet voldoende voor beloond, aangezien de hogere inkomsten uit de personenbelasting federaal geïnd worden en slechts ten dele terugvloeien naar de deelstaten, ook naar de deelstaat die dat positieve beleid niet heeft gevoerd. Er zitten bovendien enkele constructiefouten in de Bijzondere Financieringswet. Zo zou Wallonië minder dotaties ontvangen als het plots beter zou presteren dan Vlaanderen. Niet meteen een geweldig incentive.

De deelstaten moeten worden geresponsabiliseerd, niet via de opbouw van steriele begrotingsoverschotten die enkel dienen als excuus voor andere overheden om zelf niets te doen, maar wel door de deelstaten via een grotere financiële verantwoordelijkheid de gevolgen te laten dragen van hun gevoerd beleid. Behalve economische zijn er immers ook politieke redenen voor fiscale autonomie voor de deelstaten. Meer fiscale verantwoordelijkheid voor de deelstaten zou de transparantie verhogen en de kiezers zouden hun beleidsmakers beter ter verantwoording kunnen roepen voor het gevoerde beleid inzake inkomsten én uitgaven.

Fiscale autonomie

Concreet zijn er op korte termijn twee mogelijke opties om die fiscale autonomie te organiseren. De meest verregaande optie is die waarbij de gewesten verantwoordelijk worden voor de inning van de volledige personenbelasting en vervolgens een dotatie uitkeren aan het federale niveau voor de financiering van de federale bevoegdheden. Zo draaien we de financieringsstroom om en brengen we de Copernicaanse revolutie het meest zichtbaar in de praktijk. Een tweede optie is die waarbij de dotaties van het federale niveau naar de deelstaten vervangen worden door een gewestbelasting. Zo krijg je een federale belasting om de federale bevoegdheden te financieren en een gewestbelasting om de deelstaten te financieren. In beide opties is het dan aan de gewesten om de gemeenschappen te financieren, terwijl de gemeenschappen ook nog een vast percentage van de federale btw-ontvangsten krijgen. We hebben het hier over de personenbelasting, maar hetzelfde debat moet ook gevoerd worden voor de vennootschapsbelasting. Ook hier is er nood aan responsabilisering van de deelstaten.

Dit hoeft geenszins het einde van de solidariteit te betekenen. In beide opties voorzien wij een omkering van de huidige ondoorzichtige verticale solidariteit naar een transparante horizontale solidariteit tussen de gewesten. Een systeem zoals de Duitse Finanzausgleich zou aan elk gewest tot 95procent van de nationale per capita opbrengst van de personenbelasting kunnen garanderen. Het is immers essentieel dat de minder sterke gewesten zelf verantwoordelijk blijven voor het dichten van die laatste 5 procent. Alleen zo zijn er voldoende incentives om zelf beter te presteren.

Verantwoordelijk federalisme

In een federale context spreken wij liever van 'verantwoordelijk federalisme' dan van het betekenisloze 'samenwerkingsfederalisme'. De verschillende politieke overheden moeten verantwoordelijkheid dragen voor hun beleidskeuzes. Slecht beleid mag niet langer afgewenteld worden op andere overheden, goed beleid moet beloond worden. Alleen zo zal elke regering verplicht worden om voor eigen deur te vegen. Alleen zo kunnen we de enorme stijging van de staatsschuld een halt toeroepen. Alleen zo kunnen we de pensioenen en de sociale zekerheid van de mensen op een structurele manier verankeren en garanderen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is