U bent hier
Caroline Copers - een briefje terug
Aan Caroline Copers
algemeen secretaris Vlaams ABVV
Beste Caroline,
Een brief van één van mijn sociale partners raakt me altijd.
Ik geloof in het sociale overleg en ben ervan overtuigd dat een goed arbeidsmarktbeleid gedragen wordt door álle sociale partners. En als sociale partners voorstellen formuleren die het algemeen belang dienen, dan kunnen ze niet genegeerd worden door de regering.
Herinner je je nog het akkoord ‘samen op de bres voor 50+’? Het was mijn laatste akkoord als gedelegeerd bestuurder van Voka. Vandaag klinkt het ongelooflijk maar toen, in 2008, vonden overheid, vakbonden en werkgevers het normaal dat iemand die op 50 jaar werkloos werd, niet meer moest zoeken naar een job. Dat zo iemand niet meer geschikt was voor de arbeidsmarkt en gewoon rustig moest genieten van zijn uitkeringen.
Wij, als sociale partners maakten toen iedereen duidelijk dat dit een foute visie was. Een moedige stelling maar we deden het omwille van het algemeen belang. Als minister van Werk heb ik dat akkoord ook écht kunnen uitvoeren. Vandaag wordt het in Vlaanderen dan ook volkomen normaal geacht dat ook een 60+’er opnieuw aan het werk probeert te geraken. Zowel vakbond als de werkgevers stimuleren hun achterban om daaraan mee te werken. Ik ben daar oprecht dankbaar voor.
Maar Caroline, mag ik je er toch op wijzen dat wij dergelijke akkoorden steeds sloten binnen het budgettaire kader dat werd uitgetekend door de Vlaamse regering? De Serv, met een mooie traditie in begrotingsnormering, was immers steeds behoeder van tekorten, mét het akkoord van alle sociale partners.
Echter, wanneer ik tegenwoordig bijvoorbeeld jullie voorstellen zie rond een aanwervingspremie voor langdurig werklozen, dan moet ik vaststellen dat die het budget zeer ruim overschrijden.
Ik zou als minister makkelijk al die voorstellen kunnen negeren. Niet betaalbaar!
Maar… dat doe ik niet. Ik probeer er de essentiële bekommernissen uit te halen en die te vertalen in beleid. Bij die aanwervingspremie voorzie ik daarom bijvoorbeeld twee betalingsmomenten: één na aanwerving maar ook een één jaar later, om de duurzaamheid van die werkgelegenheid te verzekeren. Want dát was de essentie van jullie vraag. Maar zo kon ik ze tenminste honoreren binnen de budgettaire mogelijkheden.
Waar ik vooral verbaasd over ben, Caroline, is je passage over pwa en gesco. Durf jij met je hand op je hart zeggen dat je blij was met al die nepstatuten, Caroline? Statuten waarin mensen dezelfde job deden dan anderen maar niet dezelfde rechten hadden? Echt?
Bij het regulariseren van het gesco-statuut heb ik de ‘werkgevers’ de keuze gegeven: ofwel werft men de werknemers aan in een ‘normaal’ statuut, met alle voordelen die andere werknemers ook hebben, ofwel stoot men de jobs af zodat die mensen begeleid kunnen worden naar een volwaardige job. Ik ben oprecht fier op die stap en ik zou denken dat dit bij werknemersvertegenwoordigers, die tenslotte het algemeen belang dienen, eveneens als muziek in de oren zou klinken. Ja toch?
Een tijdje geleden nog stond je samen met de verschillende vakbonden te roepen en schreeuwen voor m’n deur over de omvorming van het PWA-stelsel naar het nieuwe systeem van wijk-werken. Ik heb me toen – zoals steeds – bereid getoond te luisteren naar jullie bezorgdheden. Maar Caroline, het moet jou toen toch ook opgevallen zijn dat de verspreide informatie niet strookt met mijn ambities?
Jullie eisten dat de vergoeding per uur voor wijk-werkers zou blijven bestaan. Ik heb bevestigd dat ik nooit iets anders had voorzien.
Jullie eisten dat wie nu in PWA zat, zijn rechten zou behouden. Uit alle parlementaire stukken blijkt dat ik dat vanaf dag één heb voorzien.
Is het je trouwens ook opgevallen Caroline, dat de PWA-werkneemster die jullie hadden gevraagd om haar verhaal te komen vertellen, hard hoopte om toch terug in het normaal economisch circuit actief te kunnen worden? Om niet eeuwig te moeten rekenen op een werkloosheidsuitkering met een uurvergoeding er bovenop? Wel Caroline, dat is nu precies wat ik wil bereiken. PWA niet als een eindstadium, maar als een opstap naar iets meer!
Caroline, je bent zelf al jaren lid van de raad van bestuur van de VDAB. Ik heb er in mijn verleden als sociale partner zelf nog voor gepleit dat de toppers van de sociale partners in die raad van bestuur zouden zetelen. Die raad van bestuur huldigt de visie dat de arbeidsmarkt zo complex is geworden dat, als je maatwerk wil bieden, je op de kennis van iedereen beroep moet doen. Dat is in elk geval de reden waarom ik vind dat de VDAB er goed aan doet taken uit te besteden. Ook aan de vakbonden overigens! Want ja, ook ik geloof dat er taken zijn die die partners beter kunnen realiseren dan de VDAB zelf. Ik ben het dan ook niet met je eens dat dit de zwaksten niet ten goede zou komen: een aanbod op maat helpt iedereen het beste verder.
En Caroline, net zoals ik de vakbond vertrouw als partner van de VDAB, vertrouw ik ook de interimsector en de dienstenchequebedrijven. Zij zijn op vele vlakken een goede partner om bijvoorbeeld laaggeschoolden of mensen met een migratieachtergrond aan het werk te helpen. Laat er daarbij geen twijfel over bestaan: ik veroordeel elke vorm van discriminatie in deze maar evengoed in andere sectoren. Maar ik geloof in zelfregulering, in een beleid dat niet direct repressief moet optreden. Ja, ik geloof effectief dat als iedereen voor de eigen deur veegt, de straat proper is. Veeg jij alvast ook voor je eigen deur?
Oh ja, en mocht je twijfelen over mijn bereidheid om een belangenconflict in te roepen over SWT, doe dat toch maar niet. Het federale niveau – waar jullie een akkoord hebben over SWT – moet hierin verder zijn rol spelen. Maar mocht blijken dat dit akkoord de krapte die we vandaag ondervinden op de Vlaamse arbeidsmarkt verergert, dan durf ik zeker aan de noodrem trekken. Of bedoelde je dat niet?
Tot slot iets over SERR’s en RESOC’s. Misschien kreeg jij andere berichten dan ik. Ikzelf kreeg echter alom te horen dat het vooral praatbarakken waren die geen verschil maakten. Ik had ze kunnen afschaffen. Dat heb ik niet gedaan. Ik heb daarentegen een oproep gelanceerd om de regio werking een boost te geven: door er een vrijwillig maar écht engagement van te maken. Door ervoor te zorgen dat regionaal overleg niet iets is dat opgelegd wordt, maar wel iets dat gedragen wordt. Heb je schrik van iets met draagvlak Caroline?
Beste Caroline, dit gaat niet over mijn geloof in de vakbond. Dit gaat niet over het sociaal overleg, over de macht die wel of niet moet gegeven worden aan sociale partners. Dit gaat voor mij niet over het primaat van de politiek. Het gaat mij om het algemeen belang.
Met respect voor elkaar, over de ideologische verschillen heen. En dit vanuit de overtuiging dat democratisch verkozen politici een mandaat hebben gekregen om veranderingen te realiseren. Liefst in consensus met de sociale partners als dat kan. Maar desnoods zonder die consensus als dat moet.
Ik, Caroline, moet daar aan de kiezer wél verantwoording voor afleggen. Is het teveel gevraagd daar wat respect voor te tonen? Als we allemáál het algemeen belang voor ogen houden, kan dit het beleid alleen maar verbeteren.
Een vriendelijke groet,
Philippe Muyters